Beschrijving
Geschiedenis:
Samen met de Wedelse molen van Overpelt – waarvan al sprake zou zijn in documenten van het jaar 710 – vormt de Reppel- of Cuppensmolen één van de oudste molensites van België en de oudste van Kempen~Broek.
Dendrochronologisch onderzoek (onderzoek naar hoe oud hout is) aan de universiteit van Amsterdam op één van de funderingspalen van het in 1926 afgebroken gedeelte van deze dubbelmolen heeft aangetoond dat het gebruikte hout 1260 jaar oud zou zijn (begin 8ste eeuw).
De watermolen was aanvankelijk enkel een graanmolen. Voor 1775 werden een schorsmolen en een oliemolen toegevoegd. De oliemolen werd in 1855 afgebroken. Het schorsmolengebouw werd in 1923, na jarenlang verval, gesloopt.
Het afgebroken gedeelte omvatte de olieslaginstallatie en de schorsmolen, waarin eikenschors gemalen werd ten behoeve van de leerlooierijen: twee functies die na de Eerste Wereldoorlog in onbruik raakten wegens nieuwe productietechnieken. Olieslaan was vooral een zomeractiviteit terwijl schors malen (een stoffige onderneming) voorbehouden bleef wanneer de twee andere functies stillagen – vaak ‘s nachts. ‘s Winters was vooral de graanmolen actief (rogge en boekweit).
De benaming Cuppensmolen komt van de laatste molenaarsfamilie Cuppens die de molen in 1923 aankocht.
De huidige molen is, op het dak en de stenen waterradmuur na, nagenoeg volledig in hout. Uit kadastergegevens blijkt dat de molen in 1938 ‘vergroot’ werd, waarbij men vermoedelijk verwijst naar deze waterradmuur en de gedeeltelijke vervanging van het houten lopende binnenwerk door gietijzeren kamwielen en assen. In 1940 zou het houten waterrad door een ijzeren rad vervangen zijn. In de jaren 1950 werd een nieuwe dieselmotor geplaatst. Het molenwerk is, op enkele gedemonteerde onderdelen na, nog intact en maalvaardig (2 maalstoelen, builmachine, graankuiser,…) te maken, maar later deed het gebouw dienst als depotruimte.