Hoogtij en Bescherming

Hoogtij voor windmolens

In de negentiende eeuw ging het de molens voor de wind. De bevolkingsgroei, het verkrijgen van burgerlijke rechten en nieuwe landbouwtechnieken veranderden het leven op het platteland. De opbrengsten van de gewassen namen toe. Handelaars zoals de Teuten, maar ook gegoede families en groepjes boeren bouwden in de omgeving nieuwe windmolens. Het tijdperk van de stenen windmolen brak aan.

Page_2_Image_115

Wanneer werden tussen 800 en 2000 de meeste molens gebouwd en wat voor molens waren het?

 

De boer kwam aanvankelijk nog met de hand-, geiten- of ossenkar naar de molen. In de Keijersmolen  kan je nog een ijzeren ring in de muur vinden waaraan de geit werd vastgelegd. De Annamolen van Keent heeft nog een ziêp (goot) waarin het karrewiel tot stilstand kwam. Enkele grote boeren hadden een trekpaard.

 

boerenkar, eenasser, molen

Bij de Sint Jansmolen in Stramproy wordt het te malen graan met een boerenkar afgeleverd.

 

De evolutie ging verder. Door de uitvinding van het kunstmest kon de boer ook op minder vruchtbare gronden van zijn gemeente gaan telen. De overheid stimuleerde het fokken van trekpaarden voor de akkerbouw. Nog voor de eerste wereldoorlog had de os afgedaan en staat er bij de boer een krachtig trekpaard op stal. De molenaar op het platteland profiteerde tot de jaren vijftig van vorige eeuw van deze gunstige omstandigheden.

De molens worden beschermd

In de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan er allerhande initiatieven om het molenerfgoed te beschermen. Organisaties zetten zich in voor het behoud of restauratie van molens. Op sommige molens krijgen hobbymolenaars praktijkopleidingen. Ook privé initiatief doet molens herleven. Soms wordt de molen gecombineerd met een nieuwe functie: horeca, een plaats om groepen te ontvangen, muziek te maken, te vergaderen of een culturele manifestatie te houden.

Eén enkele molen herrijst letterlijk als een Feniks uit haar as. De Windlust in Nederweert, die in 1944 werd verwoest, wordt gekocht door een notaris uit Nederweert. Deze liet de molen voor eigen rekening restaureren en de kollergang plet weer zaden en noten.

Als de wieken of het waterrad stilstaan, geldt zeker voor molens: “Rust, Roest”. In en om het Grenspark Kempen~Broek staan gelukkig nog veel molens die regelmatig draaien en malen. Slechts enkele molens worden nog door een vakmolenaar bediend.

Vastleggen in volledig scherm 3-5-2017 190512.bmp

Talrijke vrijwillige molenaars laten in Kempen~Broek de molens draaien.

Tegenwoordig worden de wind- en watermolens vooral beheerd door verenigingen of stichtingen en bediend door vrijwillige molenaars die het trotse oude ambacht van de molenaar zo in ere houden en het ambacht van molenaar bewaren. Niet voor niets is het molenaarsambacht nu ook tot immaterieel cultureel erfgoed verheven. Samen met de andere vrijwilligers, moleneigenaren en overheden dragen we zo binnen het Grenspark Kempen~Broek onze trots uit voor de watermolens en windmolens, als iconen in ons prachtige landschap en vertellen wij zo het Verhaal van de Molens aan iedereen die dit verhaal wil horen.