Op deze Internationale dag voor de Vrijwilligers kregen we zojuist te horen dat aan Molennetwerk KempenBroek, de Ingebord Pouwels Innovatieprijs is toegekend. De prijs wordt binnenkort uitgereikt door Vereniging De Hollandsche Molen.
Deze prijs beloont vernieuwende initiatieven in het molenveld. De eervolle prijs is toegekend voor de wijze waarop we als Molennetwerk KempenBroek vzw continu en dat op een innovatieve manier bezig zijn het ambacht van molenaar te promoten, vrijwilligers in het zonnetje te zetten, publiek voor het molenerfgoed in GrensPark KempenBroek te interesseren en winnen en nieuwe vrijwilligers, scholieren en jongeren bij het molenerfgoed te betrekken.
Zo proberen we op allerlei manieren het Verhaal van de Molens te vertellen.. Dat alles grensoverschreidend voor het gebied van GrensPark KempenBroek dat Vlaams Noord Limburg en Nederlands Midden Limburg en een klein stuk Brabant omvat. Grofweg het gebied tussen Maaseik en Weert/Cranendonck. Hier staan nog 47 mlolens waarvan er zo’n 20 nog regelmatig draaien en vaak ook malen, olie slaan of zagen. Het is de ambitie van MolenNetwerk KempenBroek niet alleen dit erfgoed in een actieve staat aan komende generaties over te dragen. Ook streven we ernaar om molens, die recent of al wat langer inactief zijn, weer te laten draaien door voor die molens vrijwilligers te vinden.
Eerder in 2023 zijn we óók al in Vlaanderen uitgekozen als sprekend voorbeeld voor het innovatief borgen en stimuleren van het Unesco roerend cultureel erfgoed. Deze prijs was toegekend door de Vlaams Minister van Cultuur voor ons streven molenaars en molenvrijwilligers voor de molens te vinden..
Ingeborg werkte vanaf 2000 tot haar pensioen in 2017 bij De Hollandsche Molen en was daar de drijvende kracht achter tal van projecten. Zij was ook de partner van Wouter Pfeiffer, lid van het Algemeen Bestuur van de Noord-Hollandse Molenfederatie.
Binnenkort leest u meer over het toekennen van de Ingeborg Pouwels prijs waar we als MNKB erg vereerd zijn. .
In Noord-Limburg, pal op de grens met de Nederlandse provincie Brabant ligt Hamont-Achel en omgeving, een streek die rijk is aan natuur en erfgoed. En daarbij neemt het molenerfgoed een wel heel bijzondere plaats in.
MolenNetwerk KempenBroek vzw stippelde rond Hamont-Achel een nieuwe molenfietsroute uit: de Heggemulderroute. Heggemulder Rein is je metgezel tijdens deze ca. 40 km lange fietstocht. Hij neemt je met je smartphone en de ErfgoedApp mee op een verrassende tocht door de natuur en langs het molenerfgoed van Hamont, Sint-Huibrechts-Lille en Budel. Spring je op je fiets en kom je mee?
Het fenomeen van de heggemulder was in de Loonse en de Lage Kempen een bekend verschijnsel. Ook over de grens, in oostelijk Brabant en in het Weerterland in Nederlands-Limburg, kon je hem tegenkomen. Sommige molens, zoals de Sint-Jan in Stramproy, hadden in de molenschuur bij de molen zelfs een vaste slaapplek voor de heggemulder.
Een heggemulder was een molenaar of molenaarsknecht zonder een eigen ‘vaste’ molen. Een variant dus op de haagprediker; de predikant zonder eigen gemeente, die van dorp naar dorp trok. De heggemulder trok van molen naar molen en bleef bij een molen waar tijdelijk veel werk was enkele dagen of weken meewerken. Vaak kreeg deze molen-loonwerker in ruil kost en inwoning en een geringe financiële vergoeding. Vooral in Noord-Limburg, een streek met veel graanmolens, waren de heggemulders graag geziene gasten op de molens. Vanwege hun vakkennis, hun werklust én de molennieuwtjes die ze meebrachten en uitwisselden.
In de Heggemulderroute neemt heggemulder Rein je mee op een prachtige tocht langs de wind- en watermolens van Hamont, Achel (de vroegere Heerlijkheid Grevenbroek), Sint-Huibrechts-Lille en Budel in de Nederlandse gemeente Cranendonck. Ook de oude dorpskernen van Budel, met de Markt; Hamont, met de prachtige Teutenhuizen op het Stadsplein en Sint-Huibrechts-Lille liggen op de route van Rein en zijn een bezoek meer dan waard. Van iedere molen of markante plek weet Rein je onderweg via de ErfgoedApp iets interessants en informatiefs te vertellen. Want Rein blijkt een geboren verteller en prettige reisgezel te zijn, die graag zijn kennis over de molens met je deelt.
Hoogtepunten zijn er onderweg bij de vleet. Maar de mystieke torenmolen De Tomp maakt toch wel de meeste tongen los. Over deze historische plaats, midden in de uitgestrekte bossen van Beverbeek, deden altijd al verhalen de ronde. Ook nu nog werpt de plek tal van vragen op. Was De Tomp vroeger een Motte-toren, een versterking? Of is de toren altijd al een molen geweest? Daarover voeren deskundigen ook nu nog discussies. Heggemulder Rein kende De Tomp alleen als verdedigingstoren want in zijn tijd was de molen al lang buiten gebruik. Nieuwe inzichten wijzen erop dat De Tomp oorspronkelijk een torenmolen was, gebouwd in de 15e eeuw door de Heren van Grevenbroek op een Schans, een door water omgeven versterkt stukje grond. In de buurt van De Tomp draaide ook nog de Waagmolen, een standerdmolen of staakmolen. En ‘t Meulke, een nijvere watermolen op de oever van de Warmbeek.
In Sint-Huibrechts-Lille bepaalt de Lilse Meule, met een gevlucht van 26,70 meter het grootste gevlucht van België, het dorpssilhouet. Deze stoere beltkorenmolen stond niet altijd op deze plek. Tot 1908 draaiden de wieken van de Lilse Meule aan de oever van het Kanaal van Bocholt naar Herentals. De molen moest daar echter wijken voor een kanaalverbreding en werd verplaatst naar het Schenkbroek: ruim 1 kilometer verderop richting Sint-Huibrechts-Lille.
Ook bij de Napoleonsmolen, een voormalige galerijmolen en nu stellingmolen midden in Hamont, laat Rein je afstappen om de molen te bezoeken. Op deze plek was Rein vroeger regelmatig te gast om te malen. Voor de bouw van de molen werd in 1804 een vennootschap opgericht door enkele invloedrijke inwoners van Hamont. Ook nu nog wordt op deze molen regelmatig graan gemalen en olie geslagen.
Namen op muren en balken
Draaien de molenwieken of staat de poort van de molen open? Stap dan vooral binnen. De aanwezige molenaars vinden het fijn om te vertellen over hun molen en je te tonen hoe de kollergang zaden plet of de maalstenen het graan malen. En neem zeker de tijd om ook de zolder te beklimmen en vanaf de omgang of stelling over Hamont uit te kijken. Of laat je uitleggen hoe vroegere molenaars en knechten hun namen in de muren of in het hout van de molen gekrast of gekerfd hebben.
Ook de drie korenmolens in Budel, vlak bij Hamont maar aan de Nederlandse kant van de grens, liggen op de route. Ook anno 2022 wordt hier nog altijd beroepsmatig gedraaid en gemalen.
Deze grensoverschrijdende fietstocht (plan er wel een dag voor in) is uitgestippeld op het fietsknooppuntennetwerk. Je kan zelf kiezen op welk knooppunt je je tocht begint. Je doorkruist het gevarieerde landschap en het groene buitengebied tussen Budel (NL), Hamont, Achel en Sint-Huiberchts-Lille (Pelt) met de Haarterheide, Bevenbeek, Lozerheide en het Langbosch. De route voert ook langs het Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, twee waterwegen die het landschap doorsnijden. Ook de typische Kempense heide zal je tijdens deze, ook landschappelijk, aantrekkelijke tocht regelmatig begeleiden.
GrensPark Kempen~Broek is een wat eigenzinnig natuurgebied vol verrassingen en variatie. Je vindt er droge en natte natuurgebieden, zandverstuivingen en broekbossen, weilanden, naaldbossen, heidegebieden, moerassen, beken, vennetjes en veel leuke dorpjes en steden die uitnodigen om te ontdekken. En je vindt er vooral ook erg veel molens.
GrensPark Kempen~Broek is er trots op dat de streek nog altijd 47 windmolens én watermolens telt. En uitgerekend daar komen MolenNetwerk KempenBroek en de ErfgoedApp om de hoek kijken. Want het MolenNetwerk KempenBroek maakt dit bijzondere molenerfgoed met behulp van de ErfgoedApp via verschillende fietsroutes toegankelijk. Eén daarvan is de Watermolenroute.
De Watermolenfietsroute kun je makkelijk fietsen van knooppunt naar knooppunt in Limburg
“Gebruik de ErfgoedApp als sleutel op de poort van de molen”: met die slogan nodigt het MolenNetwerk je uit om de Watermolenroute te fietsen. Deze ruim 45 kilometer lange fietstocht brengt je langs de Bosbeek en de Itterbeek in de omgeving van Maaseik en Bree. Trek er wel een hele dag voor uit, want onderweg valt er heel wat te ontdekken. Je fietst door leuke dorpjes als Tongerlo, Opitter, Opoeteren, Neeroeteren of Wurfeld en leert de prachtige natuur van deze streek kennen. Bijna de hele route voert over rustige landwegen met hier en daar een flinke klim. Onderweg vertelt de ErfgoedApp over het landschap en over oude boerderijen of opvallende wegkapelletjes die uitnodigen om even te pauzeren.
De ErfgoedApp laat je veel praktische informatie zien zoals de ligging van de watermolens langs de Bosbeek en Itterbeek
Aandacht voor het landschap waar je doorheen fietst.
Al fietsend passeer je aan de échte sterren in het landschap: de twaalf watermolens. Knijp bij zo’n molen zeker de remmen dicht als je ziet dat het waterrad draait. De molenaar is dan aanwezig en zal je met plezier alles vertellen over ‘zijn’ molen en over het draaien en malen. Maar ook als de molen niet draait en de poort op slot is, is het goed om even af te stappen en de verhalen in de ErfgoedApp te beluisteren en te bekijken. En dat is heel veel en heel gevarieerd: van oude filmpjes en foto’s van vroeger tot indrukwekkende animaties over de werking van een volmolen, graanmolen, zaagmolen of olieslagmolen. Als kers op de kaart laten korte filmpjes je bij veel molens ook echt ‘achter de poort in de molen binnenkijken’.
De Klaaskensmolen, een bijzondere molen
Hoewel elke molen een bezoek meer dan waard is, is er toch een speciale vermelding weggelegd voor de Klaaskensmolen in Neeroeteren. Je moet even zoeken, maar de molen ligt vlakbij knooppunt 47 van het Knooppuntennetwerk.
De vrijwillig molenaars van de Klaaskensmolen in Neeroeteren
De Klaaskensmolen is niet zomaar een door water aangedreven molen. Het is de enige nog actieve door water aangedreven houtzaagmolen in Vlaanderen. Molenaar Lucas Ceelen bedient het indrukwekkende zaagmechanisme met veel vakmanschap en liefde. De tijdens de Eerste Wereldoorlog geplaatste zaagmachine, met een horizontaal geplaatst zaagblad, is dan ook een echt oudje dat met respect behandelt moet worden. De molenvrijwilligers vertellen met enthousiasme over hoe de indrukwekkende machine door de dikke boomstammen zaagt.
En vraag de molenaars zeker ook eens naar het verhaal van de OLS-bölkes. Het OLS is een groot traditioneel schuttersfeest waaraan zo’n 130 schutterijen uit beide Limburgen meedoen. We zullen niet verklappen watbölkeszijn en wat de Klaaskensmolen met diebölkeste maken heeft gehad. Want dat verhaal kunnen de molenaars van de Klaaskensmolen je veel beter uit de doeken doen!
GrensPark Kempen~Broek doet zijn naam alle eer aan: het strekt zich namelijk niet alleen uit in Belgisch Noord-Limburg, tussen Maaseik en Bocholt, maar ook in Nederlands Midden-Limburg, in de streek tussen Leudal, Weert en een stukje Nederweert.Als toemaatje is er nog een extra grensoversteek naar het Noord-Brabantse Budel. In deze grensstreek stippelde MolenNetwerk KempenBroek de Grensmolenfietsroute uit.Het gebied kenmerkt zich door prachtige, gevarieerde en eigenzinnige natuurgebieden en veel bijzonder erfgoed. Geen groots erfgoed, zoals enorme kastelen of indrukwekkende kerken en kathedralen, maar erfgoed dat eeuwenlang ten dienste stond van de streekbewoners. Denk dan bijvoorbeeld aan schansen, kapelletjes, oude drinkplaatsen voor vee of kuilen voor bluswater bij een brand, oude wegkruisen, mooie boerenhoeves en langgevelboerderijen. Maar het zijn toch vooral de vele wind- en watermolens die een wel heel bijzondere plaats innemen. De Grensmolenroute laat je kennismaken met negen van deze molens. Stap op de fiets en kom toeren tussen molens, natuurgebieden en landsgrenzen.
Op je 35 kilometer lange tocht tussen Molenbeersel, Kessenich, Neeritter, Ittervoort en Stramproy passeer je tekens weer, vaak zonder dat je het merkt, de Belgisch-Nederlandse grens. Onderweg fiets je door prachtige natuurgebieden die het eigenzinnige karakter van GrensPark Kempen~Broek perfect illustreren. Het ene moment rij je door een mooi bosgebied, een paar kilometer verder scheer je rakelings langs de randen van een moeras of doorkruis je een broekbos via een houten bruggetje. Tot je plots oog in oog staat met een van de vijf water- en vier windmolens die als parels aan een snoer op je route liggen.
Eeuwen vol geschiedenis
Elke molen op deze Grensmolenroute is bijzonder en vertelt een verhaal van soms honderden jaren. Vooral de watermolens kennen een uitzonderlijk lange geschiedenis, die ze onderling met elkaar verbindt. Stuk voor stuk zijn ze er wonderwel in geslaagd de uitdagingen die hun voortbestaan in gevaar brachten te weerstaan en te trotseren. Zo kan je ook nu nog, anno 2023, genieten van dit bijzondere molenerfgoed én van de bijhorende verhalen over de molen en zijn molenaar.
Bij een bezoek aan de molen vertelt de vrijwillige molenaar of molengids je graag die verhalen. Ook in de ErfgoedApp werden per molen verschillende verhalen en anekdotes opgenomen. En is de poort van de molen gesloten, dan kan je de ErfgoedApp gebruiken als sleutel tot de molenpoort. Verwacht je niet aan een langdradige technische opsomming over de molen maar beleef een uniek en persoonlijk molenverhaal. Welke rol speelde de molen voor de bevolking en voor de omgeving? Hoe ging men te werk bij inmiddels allang weer verdwenen productieprocessen zoals het vollen van wol voor de lakenindustrie? Via de ErfgoedApp verneem je het antwoord op deze en heel wat andere leuke wetenswaardigheden en molenanekdotes.
Theo Keijers, meer dan 70 jaar met hart en ziel molenaar van de Keijersmolen in Molenbeersel.
De Molenaar is de ziel van de molenDe Grensmolenroute laat je ook kennismaken met de molenaars, oh zo belangrijk voor de toekomst van de molens. De molenaar was vroeger ook de ziel van de molen. Zo is de geschiedenis van de Keijersmolen in Molenbeersel nauw verbonden met de familie Keijers. Joannes Keijers bouwde deze stenen windmolen, een berg- of beltmolen, in 1869 als tweede molen van Molenbeersel vlak over de grens bij Stramproy. In 2015 werd de achterkleinzoon van Joannes Keijers, Theo Keijers, gevierd als platina molenaar, omdat hij 70 jaar op de molen stond. Theo Keijers was eigenaar van de molen sinds 1962 en voerde in zijn actieve molenaarsleven talrijke technische verbeteringen en vernieuwingen door. Hij overleed in juli 2018 op 86-jarige leeftijd. Deze nauwe familieband maakt de Keijersmolen tot een unicum in België: de molen bleef altijd eigendom van één familie.Een paar kilometer verderop in het Nederlandse Stramproy drukten twee molenaarsgeslachten, de families Van de Winkel (molen Sint-Jan) en Nijs (De Nijverheid) op een vergelijkbare manier hun stempel op hun molen. Bij molen Sint-Jan wordt de laatste beroepsmolenaar van de molen, Lei van de Winkel, met een bronzen beeld geëerd. Hij verzette zich tegen de machtige brouwersfamilie Maes, eigenaren van de molen, toen die de molen wilden verkopen aan de opkomende Boerenbond met de bedoeling de molen te slopen. Molenaar Lei van de Winkel ging in staking en won het uiteindelijk van de brouwersfamilie. Daardoor kan het leuke dorp Stramproy nu nog altijd trots zijn op de oudste authentieke houten standerdmolen waarvan de geschiedenis teruggaat tot in de 16eeeuw.
Vijf op een rij
Molens konden elkaar vroeger ook behoorlijk in de weg zitten en naar het leven staan. De verhalen over onmin tussen molenaars zijn dan ook talrijk. De ruzies vonden vaak hun oorsprong in het gebrek aan voldoende wateraanvoer bij de eigen molen omdat de molenaar van een stroomopwaarts liggende molen aan het stuwen was voor zijn molen.
Tekenend hiervoor is het stukje Itterbeek tussen Kessenich (B) en Ittervoort (NL). Op een strook van slechts enkele kilometer liggen hier maar liefst vijf watermolens dicht bij elkaar: de Borchmolen was de bovenste van de vijf. De plek waar deze molen staat, wordt trouwens nog altijd bezongen in het Limburgs volkslied: ‘Waar in het bronsgroen eikenhout’. De andere molens, die stroomafwaarts liggen, zijn de Armenmolen in Neeritter, de Schouwsmolen en de Luyensmolen in Ittervoort en de verdwenen Kraekermolen in Thorn. Tussen de eerste en de laatste molen bedroeg het verval slechts 4,8 meter, zodat ze elkaar flink hinderden bij het stuwen en malen. Omstreeks 1950 werden alle molens stilgelegd maar de Borchmolen, Armenmolen, Schouwsmolen en Luyensmolen bestaan nog steeds.De voorbije jaren is de Schouwsmolen door de huidige particuliere eigenaar zelfs liefdevol gerestaureerd en draait de molen ook weer regelmatig. Opwww.molenagenda.comkan je zien welke molens in het GrensPark geopend en te bezoeken zijn.
Veelzijdige informatie
Via de ErfgoedApp kan MolenNetwerk KempenBoek vzw je bovendien ook weetjes en feiten over de molens laten zien die bij een bezoekinde molen niet direct getoond kunnen worden. Denk hier bijvoorbeeld aan oud historisch filmmateriaal of oude, vergeelde en kwetsbare krantenknipsels.
Opvallend zijn ook de vele animaties die je een duidelijk beeld geven over bijvoorbeeld de opbouw of werking van de molen, of over het stuwen van het water in de beeklopen. Hoe ziet de kapconstructie van een houten zestienkantige beltmolen er aan de binnenkant uit? De Zorgvlietmolen was vroeger een van de weinige zestienkantige molens in de streek en een indrukwekkende animatie laat zien hoe de constructie van zo’n molen in elkaar stak. Kortom, voor ieder wat wils.
Een herinnering aan de historische meelzakken van de Sint Jansmolen
Je kan de Grensmolenroute in beide richtingen fietsen. Ideale startplekken zijn de Keijersmolen in Molenbeersel en de Uffelse molen in Haler-Uffelse (Leudal). Die laatste molen vormt ook een prima rustplek, met een aantrekkelijk lommerrijk molenterras. Molenbeersel, Stramproy en Neeritter zijn drie dorpen waar ook nog veel te bekijken is en onderweg zijn er talloze plekjes midden in het prachtige GrensPark Kempen~Broek voor een pauze in de volle natuur. Meer over de molens in GrensPark Kempen~Broek en over de fietsroutes en wandelingen die MolenNetwerk KempenBroek heeft uitgestippeld vind je ook opwww.molenfietsen.euenwww.molenlopen.eu.De Grensmolenroute in de ErfgoedApp vind je viaGrensmolenroute | ErfgoedApp.Toch liever een papieren routekaart?