Naam: Janzona (1937)
Type: achtkantige houten beltkormenmolen
Locatie: Grootschoterweg 17 Budel Schoot
Route: De molen ligt tussen knooppunt 80 en 2
Voorzieningen: Bij de molen is een winkel gevestigd
Molenaars: Peter Janssen, Rob Simons
Bezichtiging: De molen is op afspraak te bezichtigen
Telefoon: +31 495 430617
Omschrijving:
De molen Janzona, afgeleid van “zoon van Janssen” is een windmolen aan de Grootschoterweg in de Nederlandse plaats Budel-Schoot (gemeente Cranendonck). Het is een achtkante houten beltmolen met een stenen onderbouw die als korenmolen is ingericht.
Op de plaats waar deze molen staat hebben eerder molens gestaan. Deze zijn alle verbrand. De jongste voorganger van de huidige molen verbrandde in 1937; deze stond daar pas sinds 1921 maar had een respectabel verleden: het achtkant was afkomstig van de bekende oliemolen ‘De Poelsnip’ te Zaandam.
In 1937 had men dus opnieuw een molen nodig. Chris van Bussel, ondernemend molenhandelaar, kocht de in 1934 onttakelde molen van Peters te Venlo aan en liet die door Adriaens te Weert afbreken en te Budel herbouwen. Daar kreeg de molen een stenen onderbouw, omringd door een achtkante gemetselde ruimte. Het dak daarvan diende als een soort stelling.
Het feit dat deze molen als een beltmolen wordt geklassificeerd is eigenlijk vreemd: de molen heeft in 1937 niets van een aarden berg gekregen maar is bewust anders gebouwd.
De molen vertoont veel overeenkomsten met de molen van Donsbrüggen (bij Kleve) in Duitsland. De voeghouten zijn deels uitgehakt om het grote bovenwiel in de kap te laten passen. Dat wiel zelf is afkomstig van een molen te Oss. Ook opmerkelijk: de luitafel draait bóven de vloer van de hoge kapzolder. Zeer karakteristiek is de bedekking met icopal: een rode dakbedekking; in de jaren ’30 vaker toegepast, zeker door Chris van Bussel, maar thans niet vaak meer te zien.
Een groot succes werd de Janzona evenwel niet: de overbrenging van het in verhouding enorme bovenwiel, in combinatie met de vrij kleine vlucht én de Van Busselneuzen, leverde een moeilijk maalbare molen op, waardoor nogal vaak de motor werd gebruikt. De molen draaide desondanks regelmatig tot 1946. Toen werd één van de koppels stenen uitgebroken, om plaats te maken voor een moderne elektrische hamermolen, een maal- en menginrichting voor de mengvoeders en een elevator. Als gevolg kwam het malen met de windmolen op een steeds lager pitje te staan.
In 1960 kreeg de molen nog een kleine opknapbeurt (door Adriaens), waarbij o.a. de bekleding van de molen werd vernieuwd en schilderwerk werd uitgevoerd.
Voor 1979 was een restauratie gepland, maar door het overlijden van toenmalig eigenaar A. Janssen werd dit uitgesteld naar januari 1980. In dat jaar voerde de firma Beyk een grondige restauratie uit: drie achtkantstijlen aangescherfd, een aantal veldkruisen en -regels vernieuwd, een gedeelte van de beplanking en de vloeren, ramen en deuren, dakleer en het gehele wiekenkruis. Verder nog een nieuwe lange spruit, staartbalk, kruibok en windpeluw. Beide roeden werden met één hek verlengd, vermoedelijk waren zij iets te kort ingemeten. Los hiervan werd de elektrische maalinrichting weer uitgebroken.
In 1989 werden op de binnenroede fokken aangebracht. In 1999 werden korte schoren en korte spruit vervangen; in 2003 gebeurde dat met de windpeluw. In juni 2010 werd de complete staart vernieuwd, waarna een grote schilderbeurt volgde. In april 2012 werd de Icopal-bekleding op de kap geheel vervangen. In augustus van dat jaar werd begonnen met de vervanging van de bekleding op het achtkant.