- Rooiermolen Opitter
- Pollismolen Opitter Bree
- Kasteel- of Vinckemolen Opitter Bree
- Keyartmolen Tongerlo Bree
- Galdermansmolen Tongerlo Bree
- Abroxmolen Beek Bree
- Ghen-Aanmolen Beek-Bree
Bree werd voor het eerst vermeld in 1007, als Britte. De verklaring van de naam is niet geheel duidelijk. Het zou kunnen gaan om een niet afgeperkte akker. Andere verklaringen zijn, dat de naam afkomstig is van bred wat houten nederzetting zou betekenen. Ook zou de naam een verbastering kunnen zijn van broek, wat moeras betekent.
Bree ligt op de rand van het Kempens Plateau. Ten zuiden van de kom bevindt zich een steilrand, waar de hoogte vrij abrupt toeneemt van 40 tot 60 meter. Deze steilrand komt overeen met de Feldbiss, een geologische breuklijn. Ten noordoosten van Bree loopt de Zuid-Willemsvaart, en verder naar het noordoosten strekt zich de Vlakte van Bocholt uit, overeenkomend met de Roerdalslenk.
Door deze vlakte lopen diverse kleinere beken in oostelijke richting, waar ze uitmonden in de Abeek en de Lossing, die tussen 1865 en 1875 werd gegraven om de moerassen van het Grootbroek en omgeving te ontginnen. De ontginning verliep niet geheel succesvol. Uiteindelijk werden diverse gebieden onderdeel van het Natuurpark Kempen-Broek, en op het grondgebied van Bree vinden we het Hasselterbroek, de Sint-Maartensheide, een deel van het gebied De Luysen, en het Urlobroek.